Bruin café
‘Ontnuchterend’ (letterlijk) verhaal in de NRC over de Amsterdamse bruine kroeg. Het gaat er niet goed mee, ze dreigen te verdwijnen. De tand des tijds en zo. Maar klopt dat beeld wel? En zo ja, moeten we dat dan zomaar accepteren? De Amsterdamse PvdA-fractievoorzitter Lian Heinhuis heeft de handschoen opgepakt, lezen we in onder meer NRC. Misschien helpt dit stukje haar, voordat het te laat is.
Ja ja, ik weet het… lieve provinciaaltjes en BBB-stemmers, ook andere steden, zelfs dorpen hebben hun bruine cafés. Maar dit gaat nu even over Mokum, over soms eeuwenoude begrippen als De Druif, Scheltema, Café Chris, Krom, Eijlders, Hooischip, Scharrebier (v/d De Keijzer), Eik en Linde, Mulder, Oosterling, Café de Zwart, De Engelse Reet en nog eindeloos veel meer.
Ik zie wenkbrauwen fronzen… maar het ging toch zo slecht met die bruine kroeg? Dit zijn er al meer dan in pakweg heel Haarlem, Groningen, Leeuwarden, Kampen, Maastricht of Rotterdam. Ja, dat klopt, we hebben het hier dan ook echt over een vooral Amsterdams fenomeen: het bruine café, waar niet alleen tatoe-Sjon en tante Sjaan welkom zijn maar ook de professor, het studentje, de bohémien én jazeker, ook nog steeds tante Sjaan en Sjonnie.
Amsterdam heeft er minimaal één in zo ongeveer elke buurt. Nou ja, de buitenwijken niet meegeteld. In Zuidoost, Nieuw-West, Buitenveldert en Noord vind je ze vrijwel niet. En dat is niet van vandaag of gisteren. Bruine cafés horen nu eenmaal vooral in de stad binnen de ring en ten zuiden van het IJ, niet in vinex-wijken avant la lettre. Niks ten nadele van die prachtwijken. Ook in Zuid en de Watergraafsmeer is het al zoeken. En dat was altijd al zo.
Of het echt zo slecht met het bruine café gaat? Vergeleken bij veel ontwikkelingen in de stad (ver-yupping, ver-expatisering, ver-pretparkisering, vercommercialisering, vertrutting) valt het misschien nog wel mee. Er zijn er zeker verdwenen, zoals het prachtige André la Croix (Overtoom), jazzcafé Bohemia (in de Nieuwmarkt) en recent De Druif (al was dat hopelijk tijdelijk). Ook zijn er die de tijdgeest hebben omarmd en vooral de wijn of latte nippende yup/expat bedienen (ik noem geen namen).
Er zijn er trouwens ook bij gekomen, al dan niet onder de noemer biercafé. Met alleen nostalgie komen we nergens. Ik ken voormalige inneemcafés, waar je een paar decennia geleden met de nek werd aangekeken als je niet tot het meubilair hoorde, die zich inmiddels tot echte bruine kroeg hebben ontwikkeld, met name in de 19e eeuwse gordel. Ga maar eens in West en Oost kijken.
Geen echte bruine cafés? Bullshit, ze voldoen vaak volledig aan de criteria. Je komt er om te ouwehoeren, medemensen te ontmoeten (bij voorkeur mede-Amsterdammers). Muziek ontbreekt of neemt qua volume een bescheiden plaats in. Ze zijn rechtdoorzee qua bediening en spiritualiën-aanbod (nadruk op bier en jenever) en ze zijn ‘bruin’… niet wit, niet hip, niet strak. De barman of barvrouw draagt bij voorkeur geen baard en is niet van onder tot boven getatoeëerd.
Het doet mij als oud-Amsterdammer en PvdA’er groot plezier te lezen dat fractievoorzitter Lian Heinhuis zich sterk maakt voor het bruin(e) café. Want al zijn het er nog best veel, er is kaalslag in aantocht. Zo vrees ik voor het voorbestaan van eerder vermeld café De Druif aan het Rapenburgerplein. Volgens mij en vele anderen het echt oudste café van Amsterdam, hoe weinig authentiek het interieur eigenlijk ook is (stamt grotendeels van na de grote renovatie eind jaren ’70).
Laatste nieuws (in deze update van mijn webstukje) is dat het café alweer open is na een bescheiden doch noodzakelijke renovatie. Complimenten aan de nieuwe jeugdige uitbaters die en passent even bewijzen dat het bruin café helemaal niet gedateerd is, vergane glorie of een hangout voor pensionado’s. Toch zou een soort van beschermde status geweldig zijn. Bruine cafés vervullen een zeer belangrijke sociale functie in de stad. Ik heb er mijn vrouw ontmoet.
Maar bescherming van wat? Je hebt ze met authentieke, soms echt bejaarde interieurs zoals Chris, Eijlders, De Zwart en De Engelse Reet – waar half achter het behang nog wat krabbels van Jan Slauerhoff schuil gaan. Ware monumentjes, die zeer zeker bescherming verdienen. Dat zal nog niet meevallen. Ik heb nog met verbijstering toegekeken hoe op de Nieuwe Prinsengracht een van de allerlaatste originele pakhuizen, met houten takelinstallatie in het voorhuis, onder toeziend oog van ‘monumentenbeschermer’ portefeuillehouder Guido Frankfurther (D66) naar de gallemiezen werd geholpen, door een vastgoedcowboy.
Maar er zijn ook genoeg interieurs die niet minder authentiek en het conserveren waard zijn zonder antieke of zelfs maar belegen binnenkant. Sommige stammen uit de jaren ‘70, zoals de vermaarde P-cafés (en De Druif) en sommige van nog veel later. Mijn voorstel zou zijn: neem de categorie ‘bruin café’ op in bestemmingsplannen, zoals je al verschillende horeca-categorieën hebt. De uitwerking laat ik graag aan Lian over (wel altijd bereid mee te denken).
PS. Dit schijnt te moeten, want FB is nu eenmaal geen bruin café: ook met dit stukje steek ik soms de draak met modes en fenomenen maar ik heb nimmer de intentie iemand te beledigen, dus ook niet als je echt Sjonnie heet en een baard en/of tatoeages hebt, ook net als je expat bent of tante Sjaan.