Betaald parkeren als splijtzwam

Zoals vrijwel elke stad in West-Europa kent ook Hilversum betaald parkeren. Vooral sinds de uitbreiding kent dat beleid veel opgeluchte Hilversummers én een groeiend aantal haters. Toch is betaald parkeren onvermijdelijk, vindt ook de PvdA-fractie, waarvan ik de woordvoerder verkeer en openbare ruimte ben. Maar op de uitvoering valt wel wat af te dingen. Zo steggelen we binnen de coalitie al maanden over het Parkeren Op Eigen Terrein, het zogeheten POET-regime. Dit tot ergernis van sommige partijen en wethouders. Als fractievoorzitter en verkeerswoordvoerder probeer ik de scherpe kantjes ervan af te halen. Dit niet tot ieders vreugde.
Ja, betaald parkeren schept ruimte in onze overvolle vooroorlogse buurten, waar je als voetganger letterlijk over het blik struikelt. Het staat er zo vol dat je ook als automobilist flink baalt als je ’s avonds moe thuiskomt en je zoveelste rondje rijdt op zoek naar een schaars parkeerplekje. Wie geluk heeft, heeft een oprit of kan in een parkeergarage onder de woning parkeren. Maar dat geldt niet voor iedereen, ook niet altijd voor wie op papier wel over een eigen plek beschikt maar daar eigenlijk geen gebruik van kan maken.

In de raad van woensdag 2 april ging het eindelijk over dat parkeren op eigen terrein, oftewel POET, na maanden van discussie binnen de coalitie. In de tussentijd was er ook nog een wisseling van de wacht. Door het opstappen van parkeerwethouder Bart Heller (GroenLinks) mocht Edwin Göbbels (Democraten Hilversum) dit hoofdpijndossier overnemen. De POET-motie van de PvdA stond begin maart al op de agenda, maar toen gooide de rel rond wethouder Heller roet in het eten.
Afgelopen weken leek zich zowaar een krappe meerderheid af te tekenen voor onze POET-motie, al deed de wethouder van dienst enorm zijn best mij ervan te overtuigen dat het parkeerbeleid zonder POET volledig onderuit zou gaan. Met nog meer verve herhaalde hij zijn betoog in de raad van 2 april (opname doorspoelen tot ongeveer 2 uur en 18 minuten). Daarmee leek hij ook partijen te overtuigen die, met exact dezelfde kennis van zaken, een dag eerder nog voor onze motie waren.
Betoog
Waar gaat het om? Wie in Hilversum op eigen terrein kan parkeren heeft geen recht op een parkeervergunning (bewonersvergunning). Klinkt redelijk, of toch niet? In de raad van 2 april hield ik het volgende betoog:
‘Kan parkeerbeleid, ook met de beste bedoelingen, onhandig uitpakken? Jazeker. Bijvoorbeeld wanneer iemand met een bescheiden inkomen nog van zijn autonomie geniet, totdat de gemeente besluit dat hij of zij niet langer gratis en zelfs niet voor €40,- per jaar (dat kost een bewonersvergunning in Hilversum) op straat mag parkeren, maar een dure parkeerplaats moet huren. Ach, daar hebben we maatwerk voor, hoor ik u zeggen. Ja, en dan zitten we dus met een hoop speciale vergunningen en een berg maatwerk, al dan niet met beroep op de discretionaire bevoegdheid van het college.
Transparant, overzichtelijk en voor een gemiddelde inwoner te begrijpen is anders. Oké, misschien verdient niet iedereen even veel compassie. Het gezin dat jaren geleden besloot om de fietsen, inclusief peperdure elektrische papa-bakfiets, droog te parkeren, waardoor er oprit voor de auto geen plek is moet niet zeuren. Waarom eigenlijk niet? Willen we dan niet dat mensen meer gaan fietsen?
Nee, de vrees dat iedereen met een oprit zijn auto liever op straat parkeert dan op eigen terrein gaat blijkbaar boven andere ambities zoals groene voortuinen, zo lang mogelijk zelfstandig blijven als zelfredzame oudere en het hele gezin aan het rijwiel.
Sowieso een rare gedachte dat Hilversummers liever op straat parkeren dan veilig en comfortabel op de eigen oprit of in de parkeerkelder. Voor die laatste groep zijn er ook nog de GROP-complexen (Geen Recht Op Parkeervergunning). Dat gaat om woningen waarvan de koper of huurder van begin af aan wist dat er geen parkeervergunning wordt afgegeven. Misschien valt er in die categorie nog wel wat ruimte winnen.
Persoonlijk vind ik het huidige POET-regime doorgeschoten bemoeizucht, waarvan het effect en dus zeker ook de proportionaliteit ter discussie staat. Het schept bovendien ongerijmdheden, zoals het wel faciliteren van een parkeervergunning voor een tweede auto onder POET. En de ongelijkheid tussen inwoners met en inwoners zonder parkeervergunning. De eerste groep hoeft voor de boodschappen geen parkeergeld te betalen, de tweede wel. Wie slim is, een eigen parkeerplaats heeft én een paar centen over, koopt gewoon een tweede autootje erbij. Als de raad onze motie aanneemt, is dat niet nodig.’
Tot zover mijn toespraak. De motie verzocht het college twee dingen. Het eerste verzoek: ‘het POET-principe (voor gebieden buiten het centrum en de winkelstraten) zo aan te passen dat wie op eigen terrein kan parkeren maximaal één bewonersvergunning voor parkeren op straat kan krijgen, zijnde de eerste.’ Uitleg: wie op eigen terrein kan parkeren kan nu wel een straatvergunning krijgen voor een tweede auto. Wie zich maar één auto kan permitteren heeft dus het nakijken. POET-beleid als omgekeerde Robin Hood. Voor alle duidelijkheid: in het PvdA-voorstel kun je nog steeds twee auto’s hebben, waarvan er één op de oprit staat en één wellicht op straat. Niemand wordt benadeeld.
Het tweede verzoek: ‘complexen met (gedeelde) parkeervoorzieningen in kaart te brengen en als GROP te bestempelen, en waar sprake is van substantiële ‘leegstand’ met de eigenaar aan een gebruiksplan te werken, met als doel optimaal gebruik.’
Eieren voor je geld
Net als bij voetbal gelden in de politiek regels, in de wet vastgelegd. Daarnaast gelden afspraken en ongeschreven regels. Een afspraak, die de PvdA heeft gemaakt toen wij in het voorjaar van 2025 tot het college toetraden (na vertrek van HvH) is dat je moties uitvoert. Die afspraak was helaas nodig. Omgekeerd geldt dus dat je weggestemde moties niet uitvoert, en ook niet opnieuw probeert in te dienen. Met die afspraak in het achterhoofd en ‘koppen tellend’, zag ik halverwege de raadsvergadering dat onze POET-motie het niet zou halen. En dus restte mij maar één conclusie: intrekken die motie.
Is er dan niets bereikt? Toch wel. Het parkeerbeleid wordt nu toch al over een paar maanden geëvalueerd, terwijl wethouder Göbbels het in eerste instantie over 2027 had als eerste gelegenheid om serieuze wijzigingen aan te brengen.
En er viel nog een succesje te melden. Een SP-motie om aannemers, installateurs, schilders enzovoort een goedkopere werk-parkeervergunning te gunnen haalde het. Ook de PvdA was een van de indieners van die motie. Vooral kleine ondernemers en hun klanten zullen daar blij mee zijn. Het leven is al duur genoeg dankzij Poetin, Trump en het rechts-liberale beleid in eigen land.
