Gecultiveerde domheid jaagt fascisme aan
Volg het nieuws en er is geen ontkomen aan: nationaalsocialisme en fascisme herrijzen, ook in eigen land, al praten we vooralsnog versluierend over rechts-populisme of extreem-rechts. Met een leger teleurgestelden, verlatenen en ordinaire hooligans achter zich aan, nu nog slechts gewapend met omgekeerde vlaggen, gele hesjes en boerenzakdoeken, slepen de rattenvangers, net als honderd jaar geleden, de democratie naar de afgrond. Ze maken daarbij dankbaar gebruik van diezelfde democratie. Volkskrant-journalist Haro Kraak waarschuwt, wetenschapsfilosoof Karl Popper citerend: ‘Als we ongelimiteerd tolerant zijn, zelfs jegens hen die intolerant zijn, als we niet bereid zijn een tolerante samenleving te verdedigen tegen de aanvallen van de intolerante medemens, dan zal de tolerante mens te gronde gaan, en met hem de tolerantie’.
Wat is hierop uw antwoord, brave, wél politiek correcte politici in het midden en links daarvan? Weglopen, zoals minister Kaag en haar collegiale kabinet? Is dat het antwoord? De kop boven Haro Kraak’s artikel luidt De Kamer uit lopen, een omroep wegsturen, rectificatie eisen: hoe bestrijd je degenen die de democratie ondermijnen? Maar een antwoord komt niet op deze teaser. Wel een analyse, en daar begint natuurlijk elk begin van een antwoord mee. De schrijver haalt Popper’s pleidooi aan voor een ‘militant liberalisme’. Radicalen moet je zo nodig met geweld onderdrukken. Tegenover deze opvatting staat de angst dat je daarmee de boel laat escaleren en dat fascisten het martelaarskleed aantrekken. Zie Trump. Maar meedeinen werkt ook niet. Zie Wilders, al zo’n twintig jaar volop in de schijnwerpers, tot in het centrum van de macht als gedoogpartij van Rutte-I.
Groot dilemma is waar Leon Trotski al voor waarschuwde: de neiging van de zittende macht, het grootkapitaal en rechts-conservatieve partijen (als VVD en CDA) om fascisten als een minder groot gevaar te zien dan links, ja zelfs te omarmen als stille vennoten. Logisch, want populistisch extreem-rechts staat ideologisch én cultureel dichterbij zittend rechts. Hoewel hij daar later spijt van kreeg, leek het Rutte – en de CDA’er Verhagen – slimmer om voor zijn eerste kabinet met oud-VVD’er Wilders in zee te gaan dan met de PvdA. Voor Rutte-II kon hij niet meer om de PvdA heen maar kon rekenen op een inmiddels wel erg buigzame bestuurderspartij, zoals de documentaire What’s Left van Johan Fretz haarscherp laat zien. De weerzin tegen links zit diep. Het is angst voor een volk dat eloquent en met democratische middelen een vuist kan maken tegen de kapitalistische orde. Dan liever de chaos van een Museumplein vol wappies, gele hesjes, omgekeerde vlaggen en trekkers op het Malieveld. Dat een leipe volksmenner als Baudet als een blije kleuter in de Ikea-ballenbak de onwelriekende mest roert, stoort rechts niet. Totdat het persoonlijk wordt natuurlijk, dan stroomt vak K leeg.
Haro Kraak haalt een interessantere bron dan Karl Popper aan, namelijk het boek The Paradox of Democracy van de Amerikaanse journalist Sean Illing en hoogleraar mediastudies Zac Gershberg. Een van de kinderen, hoe misvormd ook, van de democratie is de anti-democratie, de wereldwijde aanvallen op de democratische rechtsorde waarvan deze generatie opnieuw getuige is. Zij stellen dat het vrije debat immers ook ruimte biedt aan anti-democraten. De flip side van een democratie die altijd al kwetsbaar was voor demagogen en zelfdestructie, stellen Illing en Gershberg, en daar zijn nieuwe massamedia als vehikel bij gekomen, met name de zogenaamde sociale media. Kraak signaleert: ‘Ook Ongehoord Nederland en Forum voor Democratie zijn producten van het tijdperk van sociale media. Zij konden groot worden door ongefilterd te zenden en hun volgers ervan te overtuigen dat de mainstream en ‘het kartel’ corrupt zijn. Vervolgens traden zij tot die systemen toe om ze van binnenuit kapot te maken, een missie waarvoor zij openlijk uitkomen.’
Illing en Gershberg raken hét dilemma van de moderne, progressieve vrije wereld zoals die sinds de jaren ’60 vorm kreeg, de consumptiemaatschappij waarin de massa toegang heeft tot middelen die voorheen slechts de elite waren voorbehouden. Massamedia maakten het brede publiek niet alleen wereldwijs maar gaven in hun ongecontroleerde, commerciële vorm ook alle ruimte aan wansmaak, roddel en achterklap, aan complottheorieën en aan de vox populi, vooral ook als dat een minder verheven volkse stem was. Het succes van Murdoch’s Fox Corporation is erop gebaseerd, met overigens de oeroude nazi-propagandamachine als grote voorbeeld. Appeleer aan oerinstincten en je wint… mits de omstandigheden enigszins meewerken. Ideaal is de combinatie van een machteloze of anderszins afzijdige overheid, het ontbreken van kwalitatief goed onderwijs en verarming. Joop den Uyl begreep dat, in zijn eeuwige gehamer op volksverheffing. Als je het volk wilt wapenen tegen de vervlakking, vertrossing, ver-Amerikanisering, Disneyficatie, debilisering en daarmee onvermijdelijk extreme verrechtsing, dan moet je blijven inzetten op verheffing. Ook daarin heeft de PvdA helaas een verkeerde afslag genomen, de term ‘verheffing’ kwam in het laatste verkiezingsprogramma niet eens meer voor.
Om het tij te keren is meer nodig dan alleen een strenge Kamervoorzitter, al blijft die wel degelijk geboden. Popper’s oproep tot het bewaken van de democratische rechtsorde, met harde middelen, is niet genoeg. De overheid moet haar rol weer kunnen nemen, haar democratische legitimiteit waarmaken én via verheffend onderwijs en publieke kwaliteitsmedia voorkomen dat een volk afglijdt in een primitieve massacultuur, gericht op louter consumptie. Collectieve domheid is de B-kant, de flip side van onze doorgeschoten consumptie-democratie en de ultieme voedingsbodem voor extreem-rechts.